De
dansorgels van Hooghuys behoren zonder enige twijfel tot de crème
de la crème van wat er ooit aan orgels is vervaardigd.
De instrumenten hebben een zeer heldere klank met contrastrijke
registers, die zich uitstekend lenen tot lichtere muziek als mazurka's,
schottisches, polka's,
Helaas zijn er maar weinig Hooghuys-dansorgels die ongewijzigd
zijn gebleven: sommige (zoals de LH630 uit Thursford) werden verbouwd
tot een 'half kermisorgel', terwijl bij andere bv. het aantal toetsen
werd uitgebreid (zo bij de LH605 "Condor"). Er zijn in
elk geval nooit boekorgels gebouwd met 100 toetsen of meer: orgels
die momenteel een dergelijk aantal toetsen hebben, zijn dus zeker
verbouwd geweest.
Sommige instrumenten waren van oorsprong uitgerust met een automatische
gitaar of mandoline maar te oordelen naar het beperkte aantal fabrieksboeken
dat van deze mogelijkheid gebruik maakt, was dit wellicht geen
succes. In vele instrumenten werden deze registers dan ook verwijderd,
ook omdat ze snel ontstemd geraakten én omdat hun klank
t.o.v. andere registers een beetje in het niets verzonk. Het orgel
in het Museum van Speelklok tot Pierement te Utrecht (NL) beschikt
nog over het mandolineregister maar het is niet aangekoppeld. Het
enige orgel dat wél over een werkende mandoline beschikt,
is de LH595 ("Big Bertha") van Ted Bowman uit Clophill
(GB): het mechanisme hiervoor is afkomstig van de LH507, een 93-toets
dansorgel dat door Romain Charles Hooghuys werd aangekocht in het
begin van de jaren '60. Romain haalde de LH507 echter uit elkaar
en gebruikte het voor reserveonderdelen.
Interessant om weten is dat de gamma van de meeste Hooghuys-dansorgels
steeds dezelfde is tot aan de grosse caisse (grote trom).
Verder waren sommige orgels voorzien van een gamma die overeenkomt
met de zogenaamde Gavioli G4-gamma (zo o.a. de vermelde LH507).
De fronten van de orgels variëren nogal maar zijn doorgaans
vrij snel te herkennen, omdat ze nauwelijks overeenkomsten vertonen
met die van andere orgelbouwers. Typerend zijn dikwijls de 'kapelletjes'
waarin de vox humana terug te vinden is (o.a. bij de "Condor"
en het orgel uit Utrecht). Sommige orgels hadden een quasi identiek
front (zo bv. LH600 en LH605, alsook LH640 en LH645); vaak bestaan
de afwijkingen in minuscule details of in kleine registerverschillen.
|