Hooghuys Organ Pages
 
Cilinderorgels

Toen Louis Hooghuys begon met mechanische orgels te bouwen omstreeks 1880, waren zijn eerste instrumenten voorzien van het cilindersysteem (het boeksysteem zou immers pas in 1892 gepatenteerd worden door de Franse orgelbouwer Gavioli).

De cilinderorgels waren verkrijgbaar in alle mogelijke maten: er waren kleine en draagbare orgels (meestal met een 33-tal toetsen) maar ook instrumenten met grote toetsenaantallen (tot 123!) voor gebruik op kermissen en in danszalen. Er waren een aantal basismodellen die dan konden aangepast worden aan de wensen van de klant.
Wellicht beschikte Hooghuys - zoals de meeste andere orgelbouwers - over een gedrukte catalogus; helaas zijn daarvan geen exemplaren bekend.

Uit oude fabrieksfoto's valt af te leiden dat de grote instrumenten voorzien waren van fronten die typisch waren voor die tijd; ze vertonen dan ook veel gelijkenissen met façades van andere, vooral Franse orgelbouwers als Limonaire en Gavioli. Aangezien Hooghuys ontelbare reparaties uitvoerde aan orgels van andere fabrikanten (ook Gebr.Bruder, Riemer, Frati, Poiroit, Anciaume, …), is het waarschijnlijk dat hij op die momenten veel inspiratie opdeed voor het ontwerp van de fronten.
Typerend voor Hooghuys zijn wel de soms levensgrote beelden die op de fronten te vinden waren; wellicht zijn er minstens twee zulke beelden in een privéverzameling bewaard – al is dit niet met volledige zekerheid te zeggen, aangezien ook andere orgelbouwers als Limonaire wel eens zulke beelden gebruikten.

Een aparte vermelding verdienen toch wel de talrijke kleine cilinderorgels die aan klanten in Binche (B) werden geleverd: in Binche zijn deze orgeltjes (die lokaal "violes" worden genoemd) nog steeds erg populair, en destijds moet Hooghuys talrijke instrumenten geleverd én onderhouden hebben. Interessant is bv. dat in de werklijst van Hooghuys een compositie voorkomt van de hand van "Chef de Binche" (zonder verdere aanduiding), en dat Edgard Hooghuys een mars componeerde met de titel "Binche en avant". Er is ook een foto bewaard met een groep carnavalisten uit Binche waarbij de 'leider' met een Hooghuys-cilinderorgeltje is afgebeeld.

  Klein cilinderorgel Klein cilinderorgel met trompetten   Groot cilinderorgel met levensgrote beelden   Groot cilinderorgel met oosterse ornamenten  
Twee grotere cilinderorgels; op de linkse foto zijn twee levensgrote beelden te zien. Het rechtse type is voorzien van een front dat erg populair was in Engeland; mogelijk was het bedoeld voor export naar Engeland. Opvallend bij het rechtse orgel zijn de twee oosterse dakornamenten.
Twee kleinere types van cilinderorgels: een gesloten model en een model met (koperen) trompetten; dit laatste type was ook bij Duitse orgelbouwers erg populair.
 
De enige Hooghuys-cilinderorgels die - voor zover bekend - bewaard zijn, zijn van het kleine type met 33 toetsen. Eén ervan is in het bezit van de achterkleinzoon van Louis Hooghuys (Marc), een ander bevindt zich in een museum te Cotton (UK). Verder is er nog één te vinden bij de familie Perlee te Amsterdam en wellicht bevinden er zich ook nog in Brussel en Zwitserland.
  33-toets cilinderorgeltje van Marc Hooghuys 33-toets cilinderorgeltje in het museum te Cotton, Engeland
 
33-toets cilinderorgel "Ginette" in het bezit van Marc Hooghuys. Momenteel wordt het orgeltje gerestaureerd.
 
33-toets cilinderorgeltje in het Mechanical Music Museum & Bygones te Cotton (Stowmarket, GB). De naamplaat vermeldt V(ictor) Hooghuys: deze neef van Louis repareerde alleen ooit het orgeltje en voorzag het van een nieuwe kast; Louis was wel degelijk de bouwer van het instrument.
 
       

Jammer genoeg zijn er dus geen grote cilinderorgels bewaard (toch niet voor zover bekend). Er zijn echter wel facturen bewaard voor dergelijke grote instrumenten.
Interessant is ook te vermelden dat in 1895 en 1896 Victor Chiappa uit London (GB) verscheidene cilinderorgels bestelde bij Hooghuys, de meeste met 79 toetsen. Dit laat vermoeden dat de klank van deze orgels vergelijkbaar was met die van Gavioli, die toen zeer populair waren in Engeland. Deze orgels werden als onderdelen in pakkisten verscheept en ter plekke geassembleerd door Julius Bartholomeus Vander Beken, een werknemer van Hooghuys die daarvoor speciaal naar London werd gezonden.

Factuur voor groot cilinderorgel Julius Bartholomeus Vander Beken (1868-1948) Factuur voor Chiappa te London
Factuur uit 1897 voor een groot cilinderorgel met 95 toetsen, "bijzonder model voor foorreizigerstenten". Onderaan de eigenlijke bestelling staan de details voor de afbetaling. Opvallend is dat het bijna twee jaar duurde eer het orgel werd afgeleverd: had dit te maken met een te trage afbetaling door de klant?
 
Julius Bartholomeus Vander Beken (1868-1948), werknemer van Hooghuys die later zelf een orgelbouwbedrijf(je) zou oprichten te Enghien (Edingen, B).
 
Factuur voor een cilinderorgel besteld door Chiappa en Zonen te London (1896). Het orgel werd nauwelijks drie maanden na de bestelling al geleverd, wat mogelijk te maken had met het feit dat Chiappa een zeer stipte betaler was.
  
Kermisorgels »
Pagina laatst bijgewerkt op 23.08.2006